Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], (De kinderen Benjamins nu [9]hoorden, dat de kinderen Israels opgetogen waren naar Mizpa.) En de kinderen Israels [10]zeiden: Spreekt, [11]hoe is dit kwaad geschied? 9. Maar verschenen niet mede te Mizpa. 10. Versta, tot den Leviet, wiens bijwijf ter dood toe mishandeld was, en die hier tegenwoordig was, als ook vermoedelijk zijn jongen, die bij hem geweest was. 11. Zij willen niet besluiten noch bij de hand nemen, zonder eerst de zaak wel onderzocht en overwogen te hebben.